Vioolsleutel



Het notenschrift voor de piano heeft twee notenbalken, de bovenste voor de hoge noten (alle noten hoger dan de centrale C) en de onderste voor alle lage noten (alle noten lager dan de centrale C). Aan het begin van de bovenste notenbalk staat een Vioolsleutel (ook wel G-sleutel genaamd) afgebeeld en aan het begin van de onderste notenbalk staat een Bassleutel (ook wel F-sleutel genaamd) afgebeeld.

Met de rechterhand


De notenbalk waarop de vioolleutel staat afgebeeld speel je in de regel met de rechterhand. Dit zijn zoals gezegd de hoge tonen, vandaar dat de sleutel die hierbij staat afgebeeld een bassleutel heeft, omdat de bass ook de lage tonen bevat. De krul van de bassleutel begint overigens op de tweede lijn van boven en op die lijn staat de noot F, vandaar ook wel de naam F-sleutel.

Bassleutel in het notenschrift


Wil je meer leren over bladmuziek, de diverse sleutels en over muzieknoten? Bekijk dan even onze cursus piano leren spelen.

Reactie plaatsen